Sam Fender is nog niet zo lang bekend in Nederland, en hij timmert ook nog niet zo lang aan de weg. Toch doet hij het heel goed, zowel in Nederland als in zijn thuisland Engeland, waar zijn single ‘Dead Boys’ al werd uitgeroepen tot ‘Sound of 2018’. Dit jaar heeft hij zijn debuutalbum Hypersonic Missiles uitgebracht, waar ik kortgeleden een recensie over heb geschreven (die kun je hier lezen). Met dat album is hij nu op tour, en die tour trapte hij afgelopen dinsdag, 5 november, af in de Melkweg te Amsterdam.

Het was druk voor de Melkweg vlak voor zijn show, maar niet omdat hij daar stond; tegelijkertijd met Fender stond de Koreaanse metalband Dreamcatcher er ook, en hun fans stonden geruime tijd voor showtime in de rij te wachten. Fun fact: Dreamcatcher bestaat uit zeven vrouwen, maar het publiek moest het met die avond met zes van de zeven doen. En dat voor een ticketprijs van tussen de zestig en honderdtwintig euro! De fans van Sam Fender (die maar €23 hoefden te betalen), daarentegen, kwamen pas rond de tijd dat de deuren open gingen, of zelfs pas nadat het voorprogramma was geweest.
Dat voorprogramma was A Blaze Of Feather, een elektronische act die weinig leek te passen bij de gitaarmuziek van Sam Fender. Toch was Fender zelf heel erg enthousiast over deze eenmansband, want tijdens zijn set sprak hij lovend over hem. Het publiek was het daar echter niet mee eens, want vooraan was bijna iedereen er doorheen aan het praten en stond men eigenlijk gewoon te wachten totdat het voorbij was. Dat kwam niet alleen doordat de muziek niet bij het publiek paste, maar ook doordat de man, Mickey Smith heet hij, bekend uit de band van Ben Howard, nauwelijks contact maakte met het publiek. Hij keek tijdens zijn half uur durende set misschien één of twee keer op om als een bang hertje naar de zaal te kijken en vervolgens weer te verdwijnen achter het synthesizer-achtige gevaarte waar hij mee bezig was. Verder werd het publiek verblind door de hightech lichteffecten die hij mee had gebracht: een beamer.

Toen dat voorbij was, was het eindelijk tijd voor Sam Fender, en dat was het wachten absoluut waard. Hij stond te stralen als een kind in een snoepwinkel, mensen herkennend in het publiek en verbaasd om de rozen die door sommige fans op het podium werden gegooid. Hij had een fantastische band achter zich staan, met een gitarist, een bassist, een drummer, een toetsenist en – last but not least – een saxofonist. Al die bombarie was fantastisch, maar het mooiste moment van de avond was toen die band het podium verliet en Sam in zijn eentje met zijn gitaar (merk Fender, natuurlijk) achterbleef. Toen bleek maar weer dat zijn stem eigenlijk datgene is dat zijn nummers draagt. Die is namelijk zo sterk, en draagt zoveel gevoel dat de saxofoons en de toeters en de bellen eigenlijk overbodig zijn.
Het was heerlijk om Sam Fender en zijn band te zien genieten op het podium en tegelijkertijd zo’n hoge kwaliteit live muziek ten gehore te krijgen, maar er was één minpunt: de show was na een uur alweer afgelopen. De set eindigde ook heel abrupt, want het laatste nummer was gespeeld, Sam riep één keer ‘bye!’ en dat was het. Doei, Sam Fender. Gelukkig komt hij in 2020 twee keer terug naar Nederland: op 2 maart speelt hij in Paradiso in Amsterdam en 12 maart in TivoliVredenburg in Utrecht. Hopelijk duurt de set daar iets langer.