Normaal gesproken schrijf ik alleen maar over muziek op dit blog, maar aangezien de regelmaat er wat uit is de laatste tijd, besluit ik bij dezen om gewoon ieder onderwerp aan te grijpen dat mij inspireert om te schrijven. Boeken, bijvoorbeeld. Afgelopen week is Stoorzender, de autobiografie van Arjen Lubach uitgekomen. Ik heb hem in een weekend uitgelezen.

Arjen Lubach ken je waarschijnlijk als de presentator van de satirische show Zondag met Lubach, maar hij heeft meer op zijn cv staan. Zo is dit boek zijn vijfde, heeft hij deel uitgemaakt van meerdere cabaret-/theatergezelschappen, heeft hij een nachtprogramma gepresenteerd op 3FM en maakt hij muziek. Zijn nieuwe boek, Stoorzender, is een autobiografie waarin al die onderdelen van zijn leven – theater, televisie, muziek – de revue passeren.
Het boek bestaat uit vijf hoofdstukken, waarvan de titel telkens weer een andere plaats is waar Lubach significante gebeurtenissen heeft beleefd. Zo schrijft hij over een reeks try-outs die hij heeft gedaan in een klein theatertje op Vlieland, over een meisje dat hij ontmoet heeft in Zweden en over de relatiebreuk van hem en Janine Abbring in New York. Dit alles is geschreven alsof het ofwel gebeurt terwijl het opgeschreven wordt, of dat Lubach het zich herinnert tijdens het schrijven. Hierdoor voelt het een beetje aan als een dagboek. Sterker nog, Lubach schrijft ook in dit boek dat hij het meer schrijft voor zichzelf dan voor een publiek, en dat merk je. Ik kan niet zeggen dat ik daar heel erg van gecharmeerd ben.
Ik weet niet wat ik verwacht had, maar dit boek heeft me teleurgesteld. Misschien komt het door Zondag met Lubach dat ik een beeld had van Arjen Lubach als een intellectueel persoon die interessante dingen te zeggen heeft. Daarbij vergeet ik het grote team dat hij achter zich heeft staan dat helpt bij de research voor het programma, en dat datzelfde programma een vakkundig in elkaar gefabriceerd geheel is waar minstens een week lang over is nagedacht. Arjen Lubach is niet Zondag met Lubach. En in dit boek zie je dan ook een heel andere man – geen man die met slimme grapjes commentaar levert op de politiek, maar een man die uren ligt te piekeren in bed en tinnitus heeft door de constante stress. Een man die misschien wel spitsvondig is, en intelligent, maar niet zó intelligent dat zijn autobiografie leest als een literair meesterwerk.
Misschien hoopte ik dat ik nieuwe anekdotes zou lezen die mij zouden verrassen, iets wat ik nog nooit ergens anders had gezien of gelezen. Natuurlijk wist ik niet alles wat in dit boek stond, maar de leukste anekdotes had ik al eens eerder gehoord. Misschien hoopte ik op een soort kritiek op de staat van de wereld. Die krijg je wel, samengevat in een paar pagina’s, in het laatste hoofdstuk van het boek. Dat laatste hoofdstuk is dan ook het beste en het meest volwassene hoofdstuk. De rest doet nogal jong aan, alsof een jongen van zestien dat geschreven heeft in plaats van een man van veertig.
Ik heb wel gelachen om dit boek, af en toe, maar het grootste deel van de tijd was ik vrij ongeïnteresseerd. Jammer, ik had het hem zo gegund. Ik geef dit boek 3 van de 5 sterren.